|
||||||||
|
Albert Luandrew werd geboren op 5 september 1907 in Vance, een klein Delta-stadje in de buurt van Clarksdale in het katoenteeltgebied van noordwestelijk Mississippi. Als jongen ploegde hij met een muilezel en deed hij ander werk op de boerderij, maar hij ontwikkelde al vroeg een interesse in muziek. Hij probeerde naar alle lokale bluesmuzikanten te luisteren. Hij leerde zichzelf piano en orgel spelen en begon op 14-jarige leeftijd te spelen in een plaatselijke kerk. In 1924 speelde hij piano in een kleine bioscoop in het nabijgelegen Lambert, Mississippi. De lange, slanke jongeling kreeg al snel de bijnaam die hij zou houden: Sunnyland Slim. Halverwege de jaren 1920 verhuisde Luandrew naar Memphis om zijn geluk te beproeven in de barrelhouses en honky-tonks langs Beale Street. Memphis bleef 15 jaar lang zijn thuisbasis, hoewel hij overal in het zuiden speelde. Hij verscheen kort in Ma Rainey's Arkansas Swift Foot Revue en werkte met veel belangrijke bluesartiesten uit die tijd, waaronder Blind Blake, Blind Boy Fuller, Roosevelt Sykes, Memphis Slim en Little Brother Montgomery. Na een korte tijd in Missouri te hebben gewerkt, kreeg hij een aanbod om in Chicago op te nemen. Hij verhuisde daarheen en verdiende zichzelf met fabriekswerk, vrachtwagenchauffeurschap en af en toe een optreden in een club. De oorspronkelijke platendeal mislukte en het duurde vijf jaar voordat hij zijn eerste opname maakte. En dit waren dan ook zijn eerste solo-opnames in 1947 voor het Aristocrat-label, met Muddy Waters als zijn gitarist, maar ze werden uitgebracht onder de naam "Doctor Clayton's Buddy", omdat hij toen op tournee was met Peter "Doctor" Clayton, en was dan ook een eerbetoon aan zijn mentor van wie Sunnyland zijn kenmerkende falsetto-zangtechniek leende. Gedurende zijn hele carrière werd Sunnyland Slim zeer gewaardeerd door zijn tijdgenoten in Chicago. Onder degenen die met hem opnamen waren Big Bill Broonzy, Muddy Waters, Little Walter, Lonnie Johnson en bassist Willie Dixon. Van 1947 tot 1956 had Sunnyland minstens één of twee releases per jaar, hoewel ze zelden op hetzelfde label waren. Aristocrat werd gevolgd door Hytone, Mercury, Apollo, JOB, Sunny, Regal, Opera, Chance, Constellation, Blue Label, Vee Jay, Club 51 en Cobra. Luandrew was een urban bluesman die nummers opnam met actuele verwijzingen, zoals "Back in Korea Blues", en nummers met traditionele oorsprong, zoals "Brown Skin Woman" en "Woman Trouble Blues". Hij had een barrelhouse-pianostijl die het licht gegrom van zijn zang versterkte, soms onderbroken door een stijgende falsetto en versterkt door de lopende monoloog die hij met het publiek hield. Sunnyland, die op 17 maart 1995 in Chicago overleed, had niet veel grote hits, maar hij nam wel veel op voor meerdere labels, waaronder zijn eigen Airway Records. Een van de vele artiesten die hij hielp bij hun aankomst in Chicago was Lambert-inwoner James "Snooky" Pryor (1921-2006), een mondharmonicaspeler die - net als Sunnyland en Waters - een pionier was in de nieuwe, elektrische geluiden van de Chicago blues na de Tweede Wereldoorlog. Deze maand verschijnt via Wolf Records het uitzonderlijk album "Rockin' The House", gewijd aan één van de meest iconische figuren in de geschiedenis van de Chicago blues, en is dan ook een eerbetoon aan deze legendarische Sunnyland Slim, een eerbetoon aan zijn ongelooflijke nalatenschap en legt de geest en energie vast die hem tot een blueslegende maakte. Met een carrière die decennia omspande, lieten zijn innovatieve pianospel en diepe, soulvolle stem een onuitwisbare indruk achter op het genre. Van zijn vroege dagen in Mississippi en Memphis tot zijn opkomst tot bekendheid in Chicago, Sunnyland Slim’s bijdragen aan de blues zijn onmetelijk. "Rockin' The House" bevat zomaar 19 van zijn meest onvergetelijke opnames, die de rauwe emotie en het meesterlijke talent laten zien die zijn muziek definieerden. De opener van deze CD, zijn eigen "Got To Get To My Baby" is meteen al veelbelovend te noemen. En het gaat zo 18 songs door totdat je weer uitkomt bij de afsluiter "Blue Shadows" een nummer van de Amerikaanse jazz and blues pianist Lloyd Glenn, die vroeger nog speelde met T-Bone Walker, en B.B. King. "Blues shadows fallin', since my baby went away, You know the blues is my companion, every night and every day", ook natuurlijk gekend in een versie van B.B. King. En alles wat tussen begin en einde zit is alleen maar op en top blues te noemen. Naast de titeltrack en zijn 8 zelf geschreven tracks zijn twee van mijn favoriete nummers, zijn mooi gebrachte "Dust My Broom" van Robert Johnson, als ook de plezierig gebrachte "Howlin' Wolf Medley", een nummer waarop het onmiskenbare pianogeluid in volle glorie is te beluisteren. "Rockin' The House" geeft dan ook precies de sfeer weer hoe het tijdens deze optredens moet zijn geweest en dat wordt door de goede productie ook naar de luisteraar overgebracht. Het album is niet zomaar een verzameling nummers, het is een reis door de geschiedenis van Chicago blues. Sunnyland Slim's krachtige pianoriffs en emotionele vocalen komen tot leven in elk nummer, en herinneren ons eraan waarom zijn invloed nog steeds weerklank vindt bij bluesliefhebbers over de hele wereld. Deze release is een essentiële aanvulling op de collectie van elke muziekliefhebber, en biedt een authentieke blik op een tijd waarin de blues het culturele weefsel van Amerika vormgaf. De muziek van Sunnyland Slim blijft tijdloos en met deze release zal zijn nalatenschap toekomstige generaties blijven inspireren. Als je liefhebber bent van deze old school bluesmuziek dan hoort deze CD in je kast te staan. Of nog beter in je CD speler want het is een prima muzikaal document van deze legendarische pianospeler.
|